VLUCHT ! (On the run!, 2003)
Speelfilmscenario, geschreven in opdracht van Jean van de Velde, Intendant van het Nederlands Fonds voor de Film.
Waanzinnig verliefd, wanhopig alleen…
VLUCHT! is een verhaal dat op iedere willekeurige straathoek zou kunnen beginnen. Twee verliefde jonge mensen, de donkere Ruben en zijn zwangere Hollandse vriendin Laura, staan met de rug tegen de muur. Hun omgeving accepteert hun verhouding niet. Ruben en Laura kiezen voor elkaar en hun ongeboren kind en besluiten naar het buitenland te vluchten. Op de dag van hun vertrek gaat alles anders dan ze gedacht hadden. Laura’s stiefvader, een rechtlijnige politieman, probeert hen tegen te houden en de zaak loopt uit de hand. Er vallen schoten: niet alleen Laura’s stiefvader, maar ook Laura zélf wordt in haar dijbeen getroffen. Ruben en Laura slaan op de vlucht. Onderweg zoeken ze hulp bij een Hindoestaanse huisarts. De man vertrouwt het niet en probeert de politie te bellen. Ruben reageert in paniek en schiet de arts neer. In de verwarring die ontstaat slaagt diens vrouw erin te vluchten en de politie te alarmeren. De twee geliefden kunnen nu niet meer terug. Een gijzelneming van de zwaargewonde huisarts, diens dochter en haar baby is het gevolg.
Een crisisinterventieteam van de politie begint moeizame onderhandelingen. Het team staat onder leiding van een expert in terreurbestrijding, hoofdinspecteur Willem Montijn en bestaat verder uit Joris Fernhout, een jonge veelbelovende rechercheur, en Farida Amrani, een politiepsychologe van Marokkaanse afkomst. In ruil voor de overdracht van de gewonde huisarts wordt behalve een geldbedrag een vluchtauto ter beschikking gesteld. Ruben eist vervolgens in ruil voor de vrijlating van de dochter en haar baby een politiechauffeur als nieuwe gijzelaar. Joris biedt zich aan. Het drietal vertrekt en een zenuwslopende rit door de buitenwijken van de stad begint. De politie houdt zich volgens afspraak op de achtergrond. Onverwacht weet een camerateam van een regionaal televisiestation contact te maken met de inzittenden van de vluchtauto. Wanneer Ruben doorkrijgt waar de verslaggeefster op uit is, dwingt hij Joris een drukke winkelstraat in te rijden. Het blijkt een briljante manoeuvre. Op sensatie beluste voorbijgangers omringen de auto. Het is voor de politie absoluut onmogelijk om in te grijpen en het directe contact met de televisieploeg te voorkomen. Laura vertelt voor de camera de reden van hun wanhoopsdaad. Ze wil in vrede leven met haar vriend, samen hun kindje krijgen en verder niets. Haar verhaal is van een roerende eenvoud en wordt even later uitgezonden door het NOS-Journaal.
Vanaf dat moment is heel Nederland in de ban van de gijzeling. De vluchtauto verlaat de stad, op enige afstand gevolgd door politie en pers. Het gijzeldrama ontwikkelt zich tot een langdurige uitputtingsslag voor alle betrokkenen en de spanning tussen onze drie helden in de vluchtauto loopt op. Wanneer dan ook nog de politie op het verkeerde moment besluit om in te grijpen, escaleert alles razendsnel en krijgt de onbezonnen actie van de twee jonge geliefden een onverwachte afloop…
Sleutelscene uit Vlucht!
EXT – BENZINESTATION – AVOND
Ruben smakt Joris tegen de auto en houdt hem onder schot.
RUBEN
Staan blijven!
Ruben pakt met zijn verkrampte linkerhand het jachtgeweer van de hoedenplank en vuurt in het wilde weg twee hagelpatronen af. De helikopter verdwijnt schielijk in het donker. Het rinkelen van de telefoon houdt ook op. Het wordt stil. Ruben gooit het geweer op de achterbank en grijpt Joris bij zijn arm. Willem komt voorzichtig naderbij.
WILLEM (zacht)
Ruben?
Ruben draait zich als door een wesp gestoken om, sleurt Joris met zich mee en duwt de loop van het pistool in zijn hals. Willem staat met de handen omhoog in het maanlicht, zijn overhemd los en opengeknoopt.
WILLEM
Je wéét dat ik niet gewapend ben.
Willem draait langzaam om zijn as, de handen geheven. Vijf meter achter hem staat Farida, ook zij heeft haar handen in de lucht. Ruben’s stem is schor van woede.
RUBEN
Ik heb jullie klootzakken vertrouwd en jullie hebben me belazerd! Ik zou hem nú voor zijn kop moeten schieten! En jullie erbij!
Laura staat naast de vluchtauto en kijkt als verlamd toe. Willem loopt opnieuw een paar passen in Ruben’s richting.
WILLEM
Ik weet hoe je je voelt, en je hebt gelijk. (rustig) Den Haag heeft ons ingehaald, wij wisten hier niets van, ze hebben ons buiten spel gezet.
RUBEN
Den Haag kan dood vallen, ik had afspraken, met háár, en met jóu!
Ruben beweegt in zijn drift het pistool, Joris sluit zijn ogen. Willem staat stil.
WILLEM
Je komt nu nog weg met een paar maanden, als je hém iets aandoet ga je écht voor schut. (pauze) Voor lang.
RUBEN
Gelul! Daar gá jij niet over!
WILLEM (eerlijk)
Dat klopt. (serieus) Maar het is wél waar.
Ruben zwijgt.
WILLEM
Je komt hier niet weg, tenzij je Joris laat gaan. Kijk áchter me.
Achter Willem staan Ben en Farida herkenbaar en ongewapend in het maanlicht. Daarachter, wat verderop en silhouet tegen het licht van de koplampen, tientallen politiemensen in en rond de surveillancewagens, in dekking, met getrokken wapens.
WILLEM
Dat zijn allemaal politiemensen, Ruben. Collega’s van Joris. (pauze) Ik kan ze alleen tegenhouden als je hem laat gaan.
Ruben duwt het pistool steviger in Joris’ nek en schudt langzaam zijn hoofd.
RUBEN
Jij gaat dreigen?
Willem schudt zijn hoofd.
WILLEM
Ik zeg waar ’t op staat. Als jij schiet, schieten zij ook. (pauze) Je zit klem, Ruben.
Ruben kijkt even naar Laura. Ook zij weet niet wat ze moeten doen.
WILLEM
Als jíj Joris laat gaan, doen zij jullie niets. Dat garandeer ik je.
RUBEN
Jij kúnt niks garanderen.
WILLEM
Niet alles, maar dít wel.
Laura komt dichterbij.
LAURA
Ruby…? Kunnen we…
Ruben blijft naar Willem kijken en onderbreekt haar.
RUBEN
Ben jij getrouwd?
De vraag verrast Willem. Farida kijkt heen en weer van Ruben naar haar baas.
WILLEM (eerlijk)
Niet meer.
RUBEN
Geen kinderen.
Willem schudt zijn hoofd.
RUBEN
Hield je van haar?
Willem zwijgt even en kijkt Ruben strak aan.
WILLEM
Het gaat nu niet om mij.
RUBEN
Hiéld je van haar?
Willem haalt diep adem. Het verleden regeert. Farida kijkt naar zijn rug. Het is doodstil. Joris opent zijn ogen en kijkt strak naar Willem.
WILLEM (zacht)
Ja, heel veel.
RUBEN
Is ze dood?
Willem reageert niet, maar Ruben weet dat hij gelijk heeft.
RUBEN (zacht)
Ik hou ook van Laura, weet je.
Het kost Laura moeite om niet in tranen uit te barsten.
WILLEM
Weet ik, en zij houdt van jou. (direct) Heb jij op Laura’s stiefvader geschoten?
Ruben zwijgt. Laura kijkt in paniek van de een naar de ander. Farida gokt.
FARIDA (zacht)
Of was het Laura die schoot?
Ruben zwijgt.
FARIDA
Als het Laura was, zou het zelfverdediging kunnen zijn.
Stilte. Spanning. Laura raakt Ruben’s arm aan.
LAURA
Ruby…?
Ruben kijkt even naar Laura. Hij haalt diep adem, kijkt naar Farida en dan naar Willem.
RUBEN
Ik wil een voorsprong. (knikt naar Farida) Dat heeft zíj ons beloofd.
WILLEM
Dat klopt. (rustig) Die zou je krijgen nádat jullie Joris hadden laten gaan.
Ruben vermindert de druk op het pistool. Joris durft nauwelijks te reageren. Ook Ben heeft zijn overhemd opengeknoopt en komt met zijn handen op zijn hoofd langzaam dichterbij.
RUBEN
Tien minuten? (Willem knikt) Pramisi? Beloofd is beloofd?
WILLEM
Je hebt mijn woord.
Ruben kijkt naar Farida.
RUBEN
En jij?
Ook Farida knikt.
FARIDA
Beloofd is beloofd.
Spanning. Dan laat Ruben Joris los en duwt hem weg. Joris struikelt een paar passen, haalt diep adem en blijft doodstil staan. Ruben houdt zijn pistool op Joris gericht en loopt langzaam achteruit naar de vluchtauto. Hij pakt met een van pijn vertrokken gezicht het jachtgeweer van de achterbank en loopt naar Farida terwijl hij Joris met het pistool onder schot houdt. Ruben klemt het jachtgeweer tussen zijn benen, ontgrendelt het met één hand en gooit het gebroken geweer voor Farida’s voeten op de grond. Hij pakt de resterende hagelpatronen uit zijn zak en gooit ook die in haar richting.
RUBEN (spottend)
Het was me aangenaam.
Ruben loopt achterwaarts terug naar de auto terwijl hij zijn pistool nog steeds op Joris gericht houdt en gaat achter het stuur zitten. Laura krijgt zichzelf weer onder controle. Ze loopt om de auto heen en gaat naast hem zitten. Ruben blijft het pistool op Joris gericht houden. Het lukt hem om met zijn linkerhand de motor te starten.
FARIDA
Ruben? (warm) De dokter gaat het redden. Hij is buiten levensgevaar.
Ruben zwijgt even en knikt. Ook Laura is opgelucht. Ruben schakelt in de achteruit en brengt de auto vlak bij Willem en Farida. Hij schakelt in z’n één en grijnst vermoeid.
RUBEN
Leren jullie eigenlijk tellen bij de politie?
Farida kijkt verwonderd. Willem weet wat Ruben bedoelt, maar hij laat het niet merken.
WILLEM (glimlacht)
Soms lijkt het inderdaad alsof we zelfs dát niet kunnen.
Joris kijkt voorzichtig om.
RUBEN
Misschien moeten jullie dat maar eens gaan leren.
Ruben gooit het pistool in Willem’s richting en rijdt met slippende banden weg. Willem, Joris en Farida kijken de auto na tot de achterlichten in de donkere nacht verdwenen zijn. Achter hen vier machteloze Jezusfiguren, geketend met hun eigen handboeien. De wereld lijkt stil te staan. Dan verbreekt Willem de ban. Hij raapt het pistool op en kijkt naar Ben.
WILLEM (rustig)
Ik heb ze tien minuten voorsprong beloofd.
BEN (verbijsterd)
Je bent gek!
Willem glimlacht flauwtjes.
WILLEM
Dat zeiden ze tóen ook, na Zwolle.
Ben kijkt Willem niet-begrijpend aan. Willem beweegt even met het pistool in zijn hand. Voor de anderen is niet zichtbaar wat er zich tussen Willem en Ben afspeelt.
WILLEM (zacht)
Tien minuten, Ben.