Skip to content

Over master en classes: draai iedere regel tekst in close-up!

Film en TV-Maker, oktober 1987, nummer 276

Hoog weggestopt aan de Oost-kust van de Verenigde Staten, in de staat Maine niet ver van de Canadese grens, ligt het plaatsje Rockport. Het is een klein, inge­slapen dorpje van een paar duizend inwoners en de thuisbasis van de Interna­tional Film and Television Workshops. De Workshops zijn in 1975 voor film- en televi­siemakers opgericht door David H. Ly­man, tot die tijd fotograaf voor Time en Life.
Op het ogenblik worden de Work­shops, naast het voornamelijk theoreti­sche aanbod van zomercursussen aan het American Film Institute in Los Angeles, beschouwd als de belangrijkste summer­school op het gebied van fotografie, film en video in de Verenigde Staten. Iedere zomer worden er meer dan honderd workshops van een week gegeven, op het gebied van film en video onder andere in regie, camera, licht, geluid, montage, sce­narioschrijven en acteren. Ook zijn er de meer gespecialiseerde workshops zoals het schrijven van scenario’s voor com­mercials, de Steadicam Workshop (gege­ven door de uitvinder van de Steadicam, Garrett Brown), de Hard News- Work­shop en de Wilderness Documentary­Workshop.
Iedere zomer komen rond de vijftien­honderd vakmensen uit de hele wereld bij elkaar om onder begeleiding van de masters een class te volgen. Om wat namen te noemen: de Directors Master­class is gegeven door Gene Wilder, Mark Rydell (On golden pond), Ted Post, Peter Werner en John Korty, allemaal mensen met Academy Award-nomina­ties, een Oscar (Werner en Korty) of een Directors Guild of America-Award en minstens een aantal Hollywoodfilms op hun naam. De Lighting and Cinemato­graphy Workshop werd onderrneer gegeven door Vilmos Zsigmond, Laszlo Ko­vacs en Walter Lassally. Ralph Rosen­blum, editor van bijna alle Woody Allen-­films geeft regelmatig de Editing the Dra­matic Feature-Workshop, Syd Field van het American Film Institute de Screen writing Workshop en Mimi Edmunds van het top nieuwsprogramma 60 Minutes van CBS doet de News Feature Workshop.
De deelname aan de Workshops wordt uiteraard gedomineerd door Ame­rikanen en Canadezen, maar meestal komt zo’n twintig procent van de deelne­mers van buiten het continent. In de weken dat ik er was heb ik Zweedse, Duitse, Zwitserse, Italiaanse, Britse en Chinese collega’s ontmoet.
De kosten voor deelname en verblijf zijn zonder meer hoog. De workshops kosten gemiddeld tussen de 750 en dui­zend dollar per week. Onderdak bij gast­gezinnen of in motels en de maaltijden (er is een professionele, zeer goede cate­ring voor drie maaltijden per dag) kost ook nog eens zo’n vierhonderd dollar per week. Er wordt ongelofelijk hard gewerkt. Het normale dagschema is zes uur op­staan, zeven tot acht uur ontbijt, acht tot een uur class, een tot twee uur lunch, twee tot zes uur class, zes tot acht uur diner, acht tot elf uur class. De work­shops lopen van zondagmiddag tot en met vrijdagavond, en als je zoals ik gedaan heb, een combinatie van in elkaar overlopende workshops volgt, ben je drie weken continu bezig.

Ik heb een combinatie-class gevolgd die uiteen viel in drie blokken van één week. Eerst de Directors Masterclass, daar­na de Directing Workshop en de Editing the Dramatic Feature- Workshop. Omdat ik de kans niet wilde laten lopen, heb ik in een van de tussenliggende weekenden ook nog een speltraining gevolgd: Acting lor Directors, een intensieve training voor regisseurs die de Method gebruiken in hun werk met acteurs. In de Directors Masterclass werkt de master aan een aantal scènes van zijn keuze. Onder zijn leiding worden de scè­nes met professionele acteurs gerepe­teerd en opgenomen, waarbij de deelne­mersgroep functioneert als crew. Er wordt met de filmische één-camera-tech­niek gewerkt, met een CCD-video-came­ra. In de Directing Workshop werkt ie­dere regisseur onder begeleiding van de ‘master’ aan een zelfgekozen scène. Het materiaal wordt geanalyseerd, gecast met professionele acteurs, gerepeteerd en opgenomen op video. In een uitge­kiend rouleersysteem is iedere regisseur verantwoordelijk voor zijn of haar scène. Iedere dag worden de rushes van die dag bekeken met de totale groep en levert de ‘master’ commentaar. Diegenen die doorgaan naar de vol­gende week kunnen hun materiaal in de Editing-Workshop onder begeleiding van de ‘master’ van die week afmonte­ren. Daarnaast wordt er in die week veel aandacht besteed aan theorie en krijgt iedere deelnemer de beschikking over het ruwe materiaal van een recent opge­nomen speelfilm of made-for-television-­movie. Ook weer in een rouleersysteem worden een aantal scènes door verschil­lende mensen op verschillende wijze ge­monteerd, en vervolgens in de ‘class’ besproken. De eerste week werkten we onder bege­leiding van Ted Post. Post is een negen­enzestigjarige oude rot in het vak die naast vele theaterstukken en een onnoe­melijk aantal televisieprodukties, een stuk of twaalf speelfilms geregisseerd heeft, waaronder grote kassuccessen als Hang ‘m high en Magnum Force beide met Clint Eastwood, interessante mis­lukkingen als Beneath the planet of the apes met Charlton Heston en een van de eerste anti-Vietnam-films Go tell the spartans met Burt Lancaster. Post gaat binnenkort voor Universal een film die in de dertiger jaren speelt opne­men, onder de titel The princess with the golden hair. Vier scènes uit dat script dienen deze week als studiemate­riaal. Drie professionele spelers uit New York vormen de cast, en behalve een ingehuurde director of photography vor­men wij zelf de rest van de crew. Post hanteert de één-camera-techniek en de daarmee vergroeide regeltjes veel losser dan we in Europa gewend zijn. Conti­nuïteit, matching shots, jump cuts, het kan hem allemaal niet echt wat schelen. Alles is gericht op het dramatische effect; als het werkt is al het andere onderge­schikt. Later worden in Hollywood deze eerste indrukken bevestigd.
In het aansluitende weekend doe ik onder leiding van Barry Primus een intensieve tweedaagse training in het werken met de ‘Method’. Het is bedoeld voor regisseurs die in hun eigen praktijk al werken met de door Stanislavsky ont­wikkelde methodiek en de manier waar­op Primus met ons werkt is indrukwek­kend. Hij heeft dertig jaar ervaring als acteur en debuteerde op Broadway onder regie van Elia Kazan. Dat was zijn eerste intensieve kennismaking met de ‘Met­hod’ en het werken met Kazan was voor hem het begin van zijn leraarschap. Hij verdeelt nu zijn tijd tussen acteren, lesge­ven en het coachen van professionele acteurs tijdens hun werkproces. Onder andere Bette Midler wordt door hem bij ieder project begeleid. We doen uren durende sense- en affective-memory oe­feningen en werken ieder aan onze eigen monoloog, in het Amerikaans! Hoewel het werken met de ‘Method’ voor mij niet nieuw is, is de intensieve manier waarop een openbaring en zeer aan te bevelen.

Tijdens de Directing Workshop werken we onder begeleiding van Michael Press­man aan onze eigen scènes. Pressman is een jonge acteur-regisseur die een be­hoorlijk aantal betere B-films heeft ge­maakt met onder andere Dan Aykroyd en Richard Pryor. Hij is het prototype van een voor een producent werkende commerciële regisseur: ‘Cover iedere scène van alle kanten, draai iedere regel tekst in close-up, draai masters en close instellingen beide op 40 mm, of draai de master op 25 mm en de close-ups op 150 mm,’ kortom een vast stramien van afspraken dat ervoor zorgt dat ‘de produ­cer krijgt wat hij hebben wil’. Zijn werk­routine is groot en hij is, gezien het sche­ma, de juiste man om zo’n week te bege­leiden. Deze week zijn er 21 regisseurs die allemaal hun eigen scène moeten opnemen. We werken in drie shifts van ieder vier uur: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Er wordt simultaan gedraaid, we hebben twee units en twee professio­nele D.P.’s. Iedere regisseur heeft de beschikking over twee professionele spelers, vier uur repetitietijd en vier uur opnametijd. Binnen redelijk overleg kunnen de spelers uit de beschikbare groep van zes­tien acteurs en actrices gekozen worden, en iedere regisseur bepaalt zelf of hij/zij interieur of exterieur draait. Voor de bin­nenlokaties zijn alle panden van de Workshop in principe beschikbaar, bui­ten mag overal gedraaid worden, mits de eigenaar toestemt. Ik draai als een na laatste in de week, buiten, zonder licht, met twee actrices, en ben na afloop niet ontevreden met het materiaal. Op aan­drang van Pressman heb ik de scène gedraaid zoals ik dat in Nederland zou doen in een triple-take-techniek, en, op zijn verzoek, in de door hem toegepaste master-take-techniek. De twee methodes leveren veel discussie op en de scheiding in opvattingen tussen het Europese en het Hollywood-kamp is duidelijk. Hoe­wel Pressman zeer enthousiasmerend werkt, begin ik me na deze week te reali­seren dat het Hollywood-systeem niet het mijne is. Als ik enkele weken later in Hollywood ben ontdek ik de nuancerin­gen daarbinnen, maar ook dat het basis­gevoel juist is. In de eeuwigdurende strijd in de Amerikaanse film- en televi­siewereld tussen de West-coasters en de East-coasters, hoor ik duidelijk bij de laatste.

De laatste week wordt begeleid door een vijfenzeventigjarige veteraan, Rudi Fehr en zijn dochter, ook Hollywood-editor, Kaja Fehr. Hun laatste gezamelijk ge­monteerde film is John Hustons Prizzi’s honor. Fehr heeft een zeer indrukwek­kende staat van dienst: hij deed de mon­tage van klassiekers als Dial M for murder, I confuse, Key Largo en tal­loze andere films van grote regisseurs als Alfred Hitchcock, Howard Hawks, Fritz Lang, John Huston, William Tyler, King Vidor en George Stevens. Het is ongelo­felijk zo’n man een week mee te maken. Uitgebreid behandelt hij stijlen en werk­wijzes van de verschillende regisseurs en zijn eigen reacties daarop. Naast de vele, vaak zeer onthullende anecdotes over acteurs en actrices als Bette Davis, John Ford, Humphrey Bogart, Joan Crawford en vele anderen zien we veel van zijn films, geheel of gedeeltelijk. We werken op vijf montagesets wederom in drie shifts, dit maal van zes uur elk, aan de montage van scènes uit een voor het Dis­ney-concern gedraaide politiefilm, een movie-of-the-week voor televisie. Het materiaal is niet fantastisch, maar levert daardoor juist perfect materiaal voor discussie. Aan het eind van de week zijn er negen scènes, soms in drie of vier ver­schillende versies gemonteerd. Ik heb twee periodes besteed aan de montage van de scène die ik vorige week heb opge­nomen en beide versies worden uitge­breid bediscussieerd. Vrijdags vieren we, doodmoe en op ons tandvlees, de vijfenzeventigste ver­jaardag van Rudi. De volgende dag ver­trek ik richting Hollywood. Daarover volgende maand meer.