Ficfile: arbeidsbesparing van 80%
Film en televisiemaker, april 1985
‘Handig hulpje bij productie film- en televisiedrama’
Een van de meest ingrijpende technologische ontwikkelingen van de laatste jaren is die van de micro-elektronica. Op steeds meer terreinen is het gebruik van de computer een doodnormale zaak geworden. De voordelen zijn evident: de computer werkt snel en maakt geen fouten. Eric Oosthoek, drama-regisseur bij de IKON Televisie, is technisch gezien een computeranalfabeet en wil dat blijven. Toch pleit hij voor de computer als gebruiksmiddel bij televisiedrama en speelfilm. Door de tijdsbesparing die dit oplevert kan er meer energie worden gestoken in de inhoud, en daar gaat het tenslotte om.
Eric Oosthoek: ‘De huidige praktijk van speelfilm en televisiedrama wordt bepaald door het romantische aloude handwerk: scène-overzichten, requisietenlijsten, continuïteitsrapporten, mappen vol overzichten in matrixvorm. Een collega-producent vertelde me laatst toen hij hoorde van mijn pleidooi voor het invoeren van computertechnologie in het productieproces bij het maken van televisiedrama: ‘Voor geen goud. Ik heb dat hele proces van knippen en plakken juist nodig om de produktie in m’n hoofd te krijgen.’ Begrijpelijk, maar toch zijn er twee goede redenen om de computer wél in te schakelen: gebrek aan tijd – specialistische kennis wordt duurder en moet efficiënt worden ingezet – en gebrek aan geld.’
Op welke manier kan de computer worden ingeschakeld?
‘Allereerst natuurlijk als tekstverwerker in de schrijffase. Ik werk met een IBM-PC met het programma Wordstar en dat zorgt ervoor dat in alle fases van het schrijven – format, treatment, synopsis, scenario, rehearsalscript en shootingscript – snel wijzigingen doorgevoerd en in herziene versie geprint kunnen worden. Het telkens opnieuw uittypen van het shootingscript behoort tot het verleden: beeld en geluidskolom worden zichtbaar gemaakt op het scherm en de lay-out van de pagina’s alsmede de inhoud kan onmiddellijk beoordeeld worden. Het schrappen van scènes, het invoeren van nieuwe scènes, het veranderen van paginanummers, het is allemaal geen probleem meer. In de tweede plaats kan de computer worden gebruikt bij de budgettering van film- en dramaprodukties. In Nederland wordt daarvoor al enige tijd gewerkt aan een speciaal te ontwikkelen spread-sheet-programma. Een dergelijk budget programma in een draagbare PC op de set, levert de producer of produktieleider op ieder gewenst tijdstip in het produktieproces een compleet financieel overzicht van de stand van zaken op dat moment. Op basis daarvan kunnen nieuwe calculaties en break-even-analyses à la minute worden gemaakt. Maar er is nog een derde gebied waar de computer nuttig werk kan verrichten, namelijk op het terrein waarop de programmamaker zelf opereert: het maken van een breakdown. De breakdown is het fundament van een dramaproduktie en bevat alle detail-informatie die die uit het sript te halen is: scènenummers, paginanummers, locaties, opname-omstandigheden, scène-inhoud, spelers, requisieten en tientallen nadere technische pre-produktionele planningsgegevens. Daarnaast fungeert de break-down als basis voor de call-sheets, het rehearsalscript, shootingscript en coveragescript voor de editor. Regelmatig doen er zich wijzigingen voor die door het hele bestand heen doorgevoerd moeten worden. Dat betekent veel werk. Behalve de programmamaker zijn er op hetzelfde moment meestal nog een groot aantal anderen bezig met het maken of herzien van overzichten, met het tikken van lijsten en scripts. Om nog maar niet te spreken van alle uren en de hoeveelheid geld die het kost om al die papieren meerdere keren te kopieëren.’
Je bent zoals je zelf zegt technisch gezien een computeranalfabeet. Ik neem aan dat je er een kenner bij hebt gehaald.
‘Ja, Hans Hofman. Hij is een deskundige op het gebied van computersoftware. Samen met hem ben ik twee jaar geleden gaan onderzoeken of het mogelijk was een programma te ontwikkelen dat in staat zou zijn een break-down te maken van bijvoorbeeld een speelfilm of een lange televisieserie. Na twee jaar experimenteren zijn we er in geslaagd een programma samen te stellen met als titel FicFile, wat staat voor FICTION FILE. Het is een gebruiksvriendelijk programma: alle aanwijzingen voor het invoeren van de scriptgegevens worden tijdens het invoeren op het scherm vertoond.
FicFile bestaat uit drie deelprogramma’s. Het eerste functioneert als een opslagplaats voor de basale produktiegegevens zoals het aantal scènes, het aantal afleveringen, de namen van de kleine en grote rollen, de figuranten, de locaties en sets, enzovoorts. Ook de titelpaginagegevens en adressen kunnen hierin worden opgenomen. Het tweede deelprogramma dient om de gegevens van een bepaalde produktie op te slaan in het geheugen. Zaken als scène-omschrijvingen, opnamecondities, locatie-omschrijvingen, set-omschrijvingen, rolverdeling, geschatte opnametijd, geschatte screentijd, opnamedata, speciale requisieten, bijzonderheden van kleding, kap en grime, licht, geluid en extra. meterialen. Het derde deelprogramma is het call-sheetprogramma. Per opnamedatum worden alle voor het callsheet benodigde gegevens uitgeprint in een geschikte lay-out. Het enige dat dan nog moet gebeuren is het intikken van de gewenste crew- en cast-call alsmede speciale opmerkingen en de naam van degene voor wie het callsheet bestemd is.’
Hoeveel tijd bespaart deze manier van werken nu?
‘Dit programma leverde mij alleen al bij het maken van de complete breakdown van mijn laatste televisieserie van acht delen van een half uur een arbeidsbesparing op van meer dan tachtig procent. In plaats van tien werkdagen kostte het me nu precies vijftien uur.’
Gaat er nog wat met FicFile gebeuren?
‘Zeker. Het programma wordt op dit moment gebruikt bij de producers- en regieopleiding van de NOS. (…) Het programma zoals dat nu is ontwikkeld is overigens nog maar een elementair begin. Er kan en moet nog veel aan verbeterd worden. Dat kan als er meer regisseurs en programmamakers mee gaan werken. En als zij er mee aan de slag gaan levert dat eindelijk meer tijd op die kan worden besteed aan de zaak waar het werkelijk om gaat: de inhoud van het programma.’